GA2001 – Lasörlinggruppe, Oostenrijk

Facts
Regio:
Lasörlinggruppe – Matrei, Oostenrijk
Deelnemers:
1. Jan Skornsek
1. Gijs Koedam
7. Hein Winnubst
9. Roger Hompesch
10. Kees Meijer
11. Joost Bijlsma (one hit wonder)
12. Wout Ritzema
Periode:
06 september t/m 10 september 2001
Route en overnachtingen:
- Berger Alm (1.840m)
- Bergerseehütte (2.181m)
- Neue Reichenberger Hütte (2.586m)
- Hotel in Hinterbichl (hut Islitzer Alm (1.509m) was vol)
Foto’s
Story
Matrei 2001 : wel sneeuw, geen witje
Er waren eens zeven dwergen: Gletscherkabouter Hüttenkees (dwerg 1), LimburgsLingokabouter R.O.G.E.R (dwerg 2) Logikabouter Skornsek (dwerg 3) Doppeldouchekabouter Wout (dwerg 4) Oberkabouter Koedam (dwerg 5), Alpinsteigerkabouter Joost (dwerg 6) en Comebackabouter Heintje (dwerg 7).

Dag 1 – 6/09/2001
Op een donkere doordeweekse donderdagochtend gingen zij gapend doch goedgemutst richting het land van Haider, Heidi, Heimat en Mozartkugeln. Nadat de zeven het bij een beschwängerde Raststätteslätte afgerekende ontbijt hadden genuttigd, reden ze pardoes de Duitse stauschwans in. Omdat de dwergen tenslotte op vakantie waren, namen zij een sluiproute langs toerismetoppers als Phantasialand en Knappsack. Het oponthoud leidde tot een late aankomst in Matrei in Osttirol, alwaar bij een plaatselijk stukje huisvlijt -een uitgeholde stalen berggeit- werd gepind. Het duurde niet lang of Grossmutti had al een tweede keer geroepen vanuit haar chalet in het Virgental. Of haar oogappels nu eindelijk naar boven wilde komen en wel snel! Dat verzoek was niet aan dovemansoren gericht. De dwergen zetelden zich in oma’s goederenlift die hen in het pikkenacht parallel aan de melkweg naar de Berger Alm (1840m) voerde. Moe maar voldaan nuttigden de dwergen in de hut gerstenat en Gulasharchipelsuppe, die de volgende dag overigens explosieve gevolgen zou hebben. Een laat schaap blaatte onder een sterrenplafond.
Dag 2 – 7/09/2001
De queeste naar Sneeuwwitje ving aan. Ver kon deze sprookjesprinses deze vrijdag niet zijn. Het leek wel of toppen waren gewit door vlokken van haar rokken. Gletscherkabouter Hüttenkees zette er direct de sokken in, niet gehinderd door de 18 kilogram die hij op zijn rug torste. Zijn benzinebrander bleef in de rugzak. De Gulashgassen zorgden voor een uitstekende naverbranding. De zeven staartmotortjes kwamen zeker van pas bij de eerste beklimming naar de Lasörlinghütte (2296m). In deze tussenhut, midden in dit betoverende berglandschap, troffen de zeven dwergen een groep belegen slurfkabouters, die reeds een kwart eeuw tevergeefs op zoek bleken te zijn, naar Sneeuwwitje. Zij gaven een negatief reisadvies af voor de besneeuwde Lasörlingpas die tot circa 2800m reikte. Het was volgens de heren een col van de buitencategorie, waarvan een eerdere groep onverrichter zake teruggekeerd zou zijn. De drieste dwergen negeerden dit advies. Uitgedaagd door een Horeca-Heidi konden zij niet anders. De bevallige bardame had immers opgemerkt dat de top alleen voor slappelingen niet te slechten zou zijn. De zeven zetten zich aan een zware tocht. Betoverend wit was het uitzicht op de top. Ver onder in het dal, naast een bergmeertje, lag daar de Berger See Hütte (2181). Een krap lagerledikant was reeds opgemaakt voor de zeven dwergen. Zij spraken met elkaar een nummer af, zodat ze op afroep lepeltje, lepeltje konden gaan liggen. Die afspraak bleek ontoereikend voor een goede nachtrust. Het zweetvoetneusmodel bood soelaas. Sneeuwwitje kwam slechts in dromeland op bezoek.
Dag 3 – 8/09/2001
“Hého, Hého, we genieten hier toch zó.” Jazeker, de stemming zat er de zaterdag goed in. De tocht voerde langs een smal panoramapad dat langs feeërieke flanken meanderde. De kabouters gaven hun kijkers goed de kost. Plots doemde een nieuwe top op. “Hého, hého, je krijgt het niet cadeau”, klonk het in koor. De vrees liep de dwergen 4 en 6 een beetje in de benen. Zij zagen de bui al hangen. Niet dat deze debutanten bang waren nat te worden of te transpireren. De regen went, angstzweet is ze vreemd en het luie zweet was er al uit. Maar de top van rond de 2700 meter deed in al zijn maagdelijkheid denken aan de ijzige col van een dag eerder. De vrees bleek ongegrond. De top was een stuk minder steil dan gedacht. De milde blizzard was gelijk een verkwikkend koele douche. De afdaling leidde naar een hoogvlakte. Daar, tussen de top en de volgende van opnieuw ongeveer 2700 meter, bevond zich een gigantische zwerfkei, die de gemiddelde hunebedbouwer zou hebben doen likkebaarden. Onder deze steen werd het kamp opgeslagen, waar de mannen aansterkten voor de laatste klim. De tweede top viel behoorlijk tegen voor Alpinsteigers van dit formaat. Dwerg 1 en 7 waren aanvankelijk ontstemd door het uitblijven van ontberingen. Ze klaarden weer op bij het kwaken der kikker. Immers: luidt het gezegde niet: een vrouw is gelijk een kikker: altijd koude handen, altijd koude voeten en altijd een grote bek? De avond in de Neue Reichenberger Hütte (2586m) was er één van Halma en verbroedering tussen Ossies en Wessies. Even werd het nog spannend, toen de combinatie van het woord kabelbaanführer met een opwaarts gebaar tot een verkeerde interpretatie leidde. De rust, die bestond uit luid schreeuwen van beide kanten, was snel wedergekeerd. Er werd in roet geblazen, Oberkabouter Koedam won Risk en een bergmarmot snikte in de sneeuw.
Dag 4 – 9/09/2001
De zondag deed haar naam eer aan. Een wit pak sneeuw deed pijn aan de ogen. Het bedekte niet langer alleen de toppen maar de gehele omgeving. De combinatie van witte maanlandschappen, ruwe bergkammen, diepe dalen en glibberige paadjes deed het esoterische verlangen naar Sneeuwwitje wegebben. Een lange afdaling werd aanvaard. Minder in hemelse sferen kwamen de basisbehoeften weer bovendrijven. De mededwergen betrapten Logikabouter Skornsek op veelvuldig wildplassen en na een lange afdaling stortte een ieder zich op W.O.R.S.T. Hoogtepunt van de dag was echter een verbazingwekkende actie van LimburgsLingokabouter R.O.G.E.R. Dwerg 2 kliefde met een knoeperd van een rotsblok een sneeuwbrug. Nog in de roes van deze grootste daad viel het niet zwaar een aanval van een kudde berggeiten te pareren. Toen de hut bij Islitzer Alm (1509) vervolgens vol bleek, werd besloten de nacht door te brengen in een nabijgelegen dorp. Op de einder lag het luxehotel dat de zeven dwergen zou herbergen. Voor richtige Alpinsteiger waren de paar heuveltjes die nog bedwongen moesten worden gelijk vals plat. Het werd Ein abend in Hinterbichl om nooit meer te vergeten. Een vergadering (onder leiding van dwerg 1) over de terugtocht leidde tot een helder resultaat, een botte-opmerkingen top10 zag het licht en de slurfdwergen vonden verklaringen waarom sneedwergen hetzelfde huzarenstukje niet hadden kunnen leveren.
Dag 5 – 10/09/2001
De VVVWW week de volgende dag niet van haar principes. De dwergen lieten twee verleidelijk maagdelijke lifters in Virgen rechts staan, overigens wel na nadrukkelijke bevel van Oberkabouter Koedam. Deze moest dat bekopen met een lekke band rechtsachter. Na P.I.Z.Z.A in Köln leefden ze nog lang en gelukkig.
September 2001,
2001© Wout Ritzema