GA2025 – Pitztal, Oostenrijk

Facts
Regio:
Pitztal, Oostenrijk
Deelnemers:
1. Jan Skornsek
1. Gijs Koedam4. Frank de Zoeten6. Angelo van der Linden
7. Hein Winnubst9. Roger Hompesch12. Wout Ritzema13. Oliver Wagemann14. Erik De Becker
15. Lukas Verhoeven
Periode:
04 september t/m 9 september 2025
Route en overnachtingen:
Dag 0: Bonn/Echternach → Sankt Leonhard, Oostenrijk.
Dag 1: Mandarfen (1640m.) → Taschachhaus (2434m.) – 5 uur.
Dag 2: Taschachhaus (2434m.) → Riffelseehütte (2289m.) via Offenbacher Höhenweg – 5.5 uur.
Dag 3: Riffelseehütte (2289m.) → Kaunergrathütte (2817m.) via Cottbusser Höhenweg- 4.5 uur.
Dag 4: Kaunergrathütte (2817m.) → Trenkwald im Pitztal (1740m.) – 4.5 uur. → Mandarfen
Foto’s
Story
Verslag 28e Grote Activiteit 2025: Pitztal, Oostenrijk
Wat eraan voorafging
Tot dag -1. We begonnen deze GA editie met het grootste aantal aanmeldingen sinds het begin van de VVVWW. Na 10 enthousiaste aanmelders, begin 2025 bij organisator Wout, liet onverwachts Roger van zich horen….na 20 jaar. En ja, eens lid, altijd lid, dus alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, heetten wij Roger weer welkom. Dit keer als potentiële 11e deelnemer, maar wel na een foto vergelijking met zijn laatste GA in 2004. Is hij het écht? Met AI weet je maar nooit tegenwoordig. Ja, ietsje ouder, wijzer en grijzer, maar nog steeds zeer herkenbaar.
Groot geworden met tradities, tekende zich bij de vereniging vervolgens een gebruikelijk patroon af. De laatste maand voor vertrek begonnen er mensen af te vallen. Eerst Kees die een overvolle vakantie- en verbouwingsagenda had en zijn plekje graag wilde afstaan aan Roger. Toen Oliver, die zich toch niet fit genoeg voelde en geen risico’s wilde nemen, voor zichzelf en voor anderen. Gevolgd door Frank, die in stilstand onder zijn motor is gaan liggen, na dagenlang probleemloos door Zweeds gravel te zijn gereden. De week voor vertrek voegde alsnog Roger zich toe aan dit rijtje, wegens vervelende oogklachten, waardoor trittsicher niet zo zeker meer zou zijn. Na meerdere keer hostel, hutten en hotel omgeboekt te hebben naar het nieuwe aantal deelnemers, en het logistieke aanrijdplan daar steeds op aangepast te hebben, staan we uiteindelijk met 7 man en 2 auto’s aan de start.
Maar….werd dit niet de eerste GA die niet meer gelopen hoefde te worden? Omdat alles al was gedaan? De routes, de hoogteprofielen, zelfs een 3D visualisatie van de totale route, foto’s en als klap op de vuurpijl: het verslag, dat al op de vernieuwde VVVWW.EU website stond vóór vertrek! Erik was helemaal los gegaan in zijn voorspellende en grenzeloze fantasie, waar -niet verrassend- veel van blijkt uit te komen, maar zeker niet alles. Hoewel vaak wat eigenzinnig, houden we immers ook wel van de nodige tradities. Dus zelfs een voorspellend verslag, gestoeld op tradities uit 28 jaar GA’s, pakte uiteindelijk toch weer anders uit. Zoals verwacht.
Dag -1. 4 september. Naar Bonn en Echternach
Regio NL rijdt met de auto van Jan, via Wout en Gijs naar Hein in Bonn, waar even na 19.30 uur samen met Christina en Anouk een overheerlijke kruidige bülgür genuttigd wordt. Tegen elven duiken de heren het bedje in, heerlijk! Dezelfde avond rijdt Regio België in de auto van Lukas (met dank aan zijn vriendin;-) via Angelo naar Erik in Echternach, waar rond 22.15 uur aangekomen wordt. De GA kan nu écht beginnen of…was hij niet al begonnen?
Dag 0. 5 september. Naar Oostenrijk, hostel Permadieshof in Sankt Leonhard im Pitztal.
Het vroeg opstaan bij de GA vorig jaar om 3 uur (!) is organisator Wout zo slecht gevallen als jonge vader van twee koters, dat hij dit jaar kiest voor een normale vertrektijd van rond 8 uur, met als doel om rond 18 uur het Pitztal in te rijden. De redenen klinken best legitiem: ‘ik heb nú even vakantie…’ en ‘afzien doen we wel in de bergen’. Reistijd vanuit Bonn én Echternach is gelijk, dus er wordt parallel gereden via een net iets andere aanrijdroute. Echternach vertrekt om 8.55 uur.
In een raststātte wisselt Gijs ‘op zijn Gijs’ met z’n horloge de Sanifair bon van vorig jaar in – de vrouw achter de toonbank in verbazing achterlatend. Hein, die dit jaar voor het eerst als échte Duitser meegaat, tovert juist een stapel Sanifair bonnen uit zijn zak van zijn eerdere reisjes naar de bergen: ‘Wie wil er een bon?’ Een betere illustratie dat mobiel internet bij de Duitsers nog in de kinderschoenen staat, konden we eigenlijk niet bedenken.
De reis verloopt vlotjes bij mooi en warm weer. Sectie NL/D doet onderweg nog ‘een Heintje’: lunchen weg van de snelweg, in een oud dorpje met pittoresk vakwerkhuizen in het centrum (Kirchberg). En rekt hiermee de buikspieren én de reistijd een beetje op, nadat de eerste lunchpoging mislukte omdat het door Hein uitgekozen restaurant gesloten bleek. Sectie B/L blijkt intussen volgens Angelo genoegen te hebben genomen met een Autobahn goulashsouppe en een Brezel en is daardoor net even eerder in het Pitztal.
We ontmoeten elkaar in Sankt Leonhard rond 18.00 uur, volgens plan. Bij het inchecken krijgt Wout te horen dat hij ‘man of vrouw’ nog moest aankruisen op het formulier voor de toeristenbelasting. ‘En zeg nou niet dat je daar niet uit kunt kiezen! Wat een flauwekul! Als je geen man of vrouw bent kom je hier gewoon niet in – dat moderne gedoe, daar doen we hier niet aan’. Aldus de moeder des huizes, met haar bijzondere gevoel van welkom heten. Okee, okee, doe dan maar ‘man’. Wout laat in dit geval de uitleg over ‘vrouwvrij’ maar achterwege…
Sectie België/Luxemburg heeft het eerste bier al genuttigd op een terras, waar zij in goede traditie een culinaire analyse gemaakt heeft van de mogelijkheden voor het diner. Al is er niet heel veel keuze in dit naseizoen: restaurant Hexenkessel is geselecteerd voor onze avondmaaltijd, een volledig in houten planken en balken uitgevoerd apres-ski restaurant. Angelo en Gijs wagen zich aan de lekkere kaasfondue, de vegan burger van Wout krijgt géén aanbeveling en de steenbok van Lukas had misschien beter op de berg kunnen blijven, gezien zijn ‘redelijke’ smaak.
Tegen 10-en zijn we terug in het Permadieshof en gaan we gestrekt in onze eigen slaapzaal, in 4 ietwat wiebelige stapelbedden.
Dag 1. 5 september. Permadieshof 1500m – Taschachhaus 2434m
Met de wekker om 7 uur is het al snel dringen bij de enige WC in de badkamer, die we delen met de buren achter het gordijntje van de andere kamer.
We ontbijten in een a-typische setting: we zitten in de huiskamer van de Hof en het hausgemachter brood, de jam en het (yak)vlees staat rijk uitgestald voor onze neus op tafel. Alleen de kaas komt van een lokale boer, verontschuldigt de moeder des huizes zich, die in dezelfde ruimte ontbijt met haar kinderen en kleinkinderen. Worden we nu bediend in pyjama door de kleindochter? We zijn onder de indruk van de vele potjes en potten aan de muur met hausgemachte etenswaren. Tussen alle plankjes en kastjes door zien we verbodsbordjes, net als in het hele huis. Schoenen uit! Spullen in de prullenbak! Geen open vuur in de slaapkamer! En deze in de badkamer, opvallend: ‘Kapotte stekker, deze blijft kapot!’
In de ontbijt toelichting komt er nog eentje bij: ‘eet en drink zoveel je wilt, maar het is niet toegestaan eten mee te nemen voor de lunch’. Bedankt, maar dat waren we al niet van plan, reageren we schamper, waarop moeders alle ruimte voelt om een lang (en luidkeels) betoog af te steken ‘ha, je moet ze de kost geven, ik vertrouw niemand meer!Al die bordjes hier hangen er niet voor niks!’ De gasten van Permadieshof zijn helaas verworden tot ‘zij die kwaadwillend zijn en (hard) toegesproken en op voorhand gecorrigeerd dienen te worden.’ Lukas trekt het slecht. De anderen ondergaan het kauwend en hoofdschuddend. Het hausgemachte ontbijtje smaakt desondanks wel heerlijk en de koffie refill gaat er goed in.
Tegen 8.15 uur rijden we nog geen 10 minuten naar Mandarfen, waar we gratis parkeren onderaan de Riffleseebahn, op een grote parkeerplaats. De voorspelde regen blijft uit en zou pas ‘s middags komen in de vorm van regen en sneeuw. Voor die tijd hopen we binnen te zijn voor de lunch.
Na wat wijsfotos op een wandelbord begint de wandeling gestaag omhoog. Het landschap verandert snel, van koeien- en schapenweilanden naar een ruw kronkelig pad en een steeds smaller wordende beek. Heel in de verte wordt Taschachhaus al zichtbaar, terwijl we nog zeker 1,5 uur verder moeten om er te komen. Borden met foto’s en fotocollages langs het pad laten zien dat in het jaar 1855 hier nog de gletsjer lag. Verderop een markering bij 1970, weer verderop 1985. Shocking hoe snel hij zich terugtrekt. Schitterend landschap, dat wel. Ruw, vers geschapen door een terugtrekkende gletsjer, omringt door hooggebergte en dat in de volle zon en 18 graden. Ook dat laatste is een terugkerend fenomeen: met hoge temperaturen op GA.
Na 3 uur gestaag omhoog stampen komen we droog, warm en bezweet van de warmte aan in de hut. We worden op het terras welkom geheten door de hüttenwirt die direct de regels opsomt, hoe laat eten, waar de schoenen, betalen met één pasje. Een grote en goed georganiseerde DAV hut Auf Deutsch, maar net niet vervelend. Hier hangen ook bordjes net als in het Permadieshof, maar dit zijn vriendelijke gebodsbordjes (water is schaars, wees er zuinig mee) het zijn duidelijk geen verbodsbordjes. Zelfs in het trappenhuis hangt er eentje boven een bed onder het dak: ‘Hier kan je liggen als je snurkt’.
De lunch met goulashsuppe en knödels smaakt heel erg lekker. Daarna gaat een deel een middagdutje doen, een ander deel kletst wat bij over QR codes, architectuur en – hoe kan het ook anders – Trump, die heeft besloten om ministerie van Defensie om te dopen tot Ministerie van Oorlog.
Intussen trekt de lucht dicht, daalt de temperatuur in rap tempo en wordt duidelijk dat ons middag rondje naar de gletsjer er niet meer in zit – het begint te regenen, te hagelen en te sneeuwen en heel hard te waaien. Binnen 2 uur verandert onze omgeving in een prachtige witte wondere wereld!
Net zo snel als de regen en sneeuw kwamen, zijn ze weer verdwenen, en straalt het zonnetje tussen wegtrekkende grijswitte wolken. Overal ligt ineens een paar cm sneeuw. Schitterend! Iedereen trekt naar buiten om foto’s te maken en dit weerfenomeen te bewonderen. Zelden zo’n snelle weersverandering meegemaakt, die daarna ook weer helemaal is weggetrokken.
Gijs gaat helemaal los met zijn nieuwe compactcamera die hij voor Nieuw Zeeland gekocht heeft. We zien Gijs in standjes die we niet vaak hebben gezien en als een paparazzo oefent hij met de telelens of staat hij ineens voor je neus in de portret stand te fotograferen. Affijn, de foto’s op deze website zullen de resultaten uitgebreid laten zien. De sneeuwval betekent wel wat voor morgen, hoewel de komende dagen droog en zonnig weer voorspeld is.
Om 18.30 uur wordt de selderijsoep (heerlijk!), schweinebraten en de vega dish menu (zeker 5 uit 5 vorkjes op Fork waard!) uitgeserveerd. Zelfs het dessert was lekker, al levert het staafkoekje in de vanillepudding in wiebelende erectiestand wel de nodige gefronste wenkbrauwen op.
Na het eten komt de kaart op tafel. Navraag bij de huttenstaf levert nieuwe inzichten op voor morgen. Het sneeuwveld op 3100m, direct onder de Wurmtalerkopf zou lastig te doorkruisen zijn zonder stijgijzers, over een lengte van 200m. In de beoordeling van foto’s en routebeschrijvingen vooraf door Gijs en Wout was deze passage nog beoordeeld als ‘moet te doen zijn, erover, bovenlangs of onderlangs’. Kompass en routebeschrijvingen zeggen niks over stijgijzers hier, wel dat het stuk naar het sneeuwveld toe technisch is: op sommige stukken klimmen en klauteren. Dan doen we wel eens vaker. De huttenwirt zou het niet doen, maar als het idee wordt: ‘we gaan naar de top en bepalen daar hoe verder’ kon hij zich er wel in vinden. Veiligheid voorop, bij twijfel of onzekere gevoelens gaan we terug. De groep kan eventueel gesplitst worden, anders keren we gewoon met z’n allen terug om via de alternatieve route door het dal te gaan naar de Riffleseehütte.
Mooi, er is een plan zoals gepland én er is een plan B voor morgen.
We eindigen de avond met uno, zonder nieuwe spelregels dit keer. Hein zit er scherp in (verkeerd opgelegd, strafkaart!), Gijs is in de mineur want heeft niet zijn winnersmood van vorig jaar, en Wout gaat er 3x met de winst vandoor, ondanks veel ontvangen strafkaarten wegens verkeerd opgelegd. De leesbril van Jan doet wonderen bij het schaarse licht in de hut.
We gaan 22u naar bed, na de betaling. Voor het eerst is het 100 euro pp, hoogste bedrag per hutten-overnachting ooit, uiteraard incl middag lunch, drank, hapjes, avondeten en ontbijt. Alles wordt duurder in de hutten en vroeg aankomen is pijnlijk voor de kasbeheerder Gijs. Een schnaps als dank doet echter wonderen en Wout en Gijs genieten nog even na van dit kruidige nachtmutsje voordat het licht echt uitgaat.
Dag 2. 6 september. Taschachhaus 2434m – Rifflesee Hütte 2293m.
We gaan vandaag 6.30 uur op, 7 uur ontbijt, 7.45 uur weg na een stevig ontbijt. Het weer is helemaal opgeklaard. Het is nog wat fris maar de temperatuur loopt snel op. We beginnen volgens de geplande route. Er ligt nog 5-10 cm sneeuw van gisteren en sommige stukken zijn nog glad. Het is oppassen geblazen maar het is goed te doen.
De uitzichten zijn schitterend! De Hüttenwirt meldt nog voor vertrek dat de overgang naar het sneeuwveld lastig is, en eigenlijk met touw gedaan moet worden. We hebben besloten dat we gaan kijken na de top en dan gaan beslissen wat te doen.
Na 3 kwartier komen we bij de splitsing met de Höhenweg. Die wordt belangrijk voor het geval we geheel of gedeeltelijk terugkeren na de top (Wurmtalerkopf 3228m), vanaf de splitsing is het nog zeker 2,5 uur naar Riffleseehutte, met sneeuw al gauw een uur langer.
Geleidelijk stappen we omhoog. Het ene uitzicht is nog mooier dan het andere. Die sneeuw is echt de icing on the cake, zo mooi. We genieten volop.
Lopen gaat ondanks de sneeuw goed al blijft het oppassen geblazen. Paadjes blijven vaak zonder sneeuw; mogelijk dat de stenen warmte vasthouden en de aarde ernaast niet. We zien een zeldzaam natuurverschijnsel: de baard van koning Winter, oftewel ijshaar uit de grond komen. Vochtsliertjes die naar buiten geperst worden en daar direct bevriezen. Bijzonder om te zien!
Boven bij de kam (schitterend!) lopen we een stuk door, tot de onvermijdelijke vraag komt wie er verder wil. Gijs, Lukas en Wout willen het wel proberen, en na de Wurmtalerkopf de definitieve knoop hakken. De overigen keren om voor de vooraf besproken Plan B route en zijn verrast hoe snel de sneeuw alweer weg is op de route naar beneden.
Na 2,5 uur zijn Angelo, Erik, Hein en Jan weer bij de kruising, om hun weg via de höhenweg te vervolgen. Het is daar op onderdelen toch nog best lastig. Glad, losse steentjes, af en toe een kabel. Angelo maakt een paar Angelootjes, maar redt zich gelukkig goed.
Intussen vinden Lukas, Gijs en Wout zich een weg naar de Wurmtalerkopf (3228m) met het kruis en genieten van een ongelofelijk panorama, terwijl de kou en wind opsteken. We gaan gauw naar beneden om te kijken of het gletsjersneeuwveld te nemen is zonder stijgijzers en touw. Dat lijkt niet het geval te zijn, dus daar zien we van af. Ernaast ziet het er doorgaanbaar uit over de licht besneeuwde stenen en rotsen. Om er te komen moeten we wel eerst steil omlaag, met handen en voeten zoals verwacht. Het lijkt te kunnen, we zijn geoefende klimmers, dus we besluiten het te proberen. Als een van ons twijfelt, gaan we terug, spreken we af.
De afdwaling naar het gletsjersneeuwveld is inderdaad pittig, maar het lukt. De sneeuw helpt af en toe zelfs om voeten steun te geven. Eenmaal langs het sneeuwveld kijken we ineens tegen de ijzige zijkant van het sneeuwveld aan en besluiten haaks naar rechts te gaan, van de gletsjer af, we willen geen risico’s nemen en op de rots blijven. Het is zoeken om weer aansluiting te vinden bij de gemarkeerde höhenweg, maar onderlangs het sneeuwveld lopend vinden we snel aansluiting bij de Offenbacher Höhenweg. Onderaan lunchen we even en kijken met voldoening terug naar de afgelegde route. Ja het was mogelijk, maar inderdaad pittig en met de nodige klimtechnieken gelukkig beheersbaar en veilig te doen. We bellen de andere groep dat het gelukt is langs het sneeuwveld te komen en dat we verder gaan.
De verdere afdaling is ook schitterend. Breed dal met rotsen, beken, watervalletjes en kronkelige paadjes en dit alles zonder andere mensen: we komen de hele dag niemand anders tegen, dat blijft nog steeds iets bijzonders.
Acht uur na vertrek van Taschachhaus komen Lukas, Gijs en Wout onder bij Rifflesee Hutte aan en vallen daar Hein en Jan in de armen, die stom toevallig ook net aan komen lopen. Erik en Angelo lopen even verderop net de hut binnen. Zij volgden Plan B via het andere dal via de Fuldaer Höhenweg, die ook pittiger bleek dan verwacht door sneeuwresten en losse stenen op het pad en hier en daar een hulpkabeltje.
In de hut zit iedereen goed stuk, de tocht van 8 uur en ca 15km in deze omstandigheden (1000m omhoog, 1200m omlaag) is voor iedereen pittig gebleken en verdient daarom heerlijke Weizen en lekkere koek.
Om 18u eten we wat de pot schaft: een bolletje rijst met geschnitzelte. En champignonssaus. Met salade en knoflook bouillon soepje. Best lekker allemaal.
We spelen solo als uno, het lukt Gijs weer niet een serie overwinningen te vieren en de winnaars zijn goed verdeeld over Jan, Wout, Gijs en Hein en Angelo. Erik wil net als Lukas zijn vingers liever sparen voor ‘De Verschrikkelijke Vijf’. We vertellen een onervaren gast met Jezus-look over het gletsjer sneeuwveld en vooral de pittige Wurmtalerkopf (3228m), die zij morgen de andere kant opnemen, dus omhoog. Het lijkt niet helemaal binnen te komen dat het pittig wordt en dat ze echt ervaring nodig hebben om dit te doen. Het feit dat zij wel stijgijzers hebben, geeft in elk geval een beetje geruststelling, mochten zij wel over het sneeuwveld gaan.
Dag 3. 7 september. Rifflseehütte 2293m – Kaunergrathutte 2817m
7u wekker, 730 ontbijt, 808 u weg. Van de sneeuw is niks meer te merken. Alles is verdwenen en het is al vroeg warm, rond de 15 graden. Wout heeft de afgelopen dagen geleidelijk de briefings ingevoerd bij het ontbijt, waarbij de dag wordt doorgenomen, om voor iedereen de verwachtingen van de dag scherp te hebben. Wat staat ons te wachten: 1190m omhoog, 650m omlaag, 5 uur lopen. Eerst een lang stuk omhoog met ergens kabels en trappetjes, dan omlaag naar een beek en daarna een lang stuk omhoog naar 2800m naar de Kaunergrathütte. Erik voegt daar nog een management samenvatting aan toe: dus het wordt (voor sommigen) zwaarder dan gisteren, met een kortere tocht dan gister met wel dezelfde hoogtemeters als gisteren én we slapen in de hoogste hut die we ooit met de GA hebben gedaan. Ook dat is waar! En o ja, er is maar één route naar de Kaunergrathùtte, geen kortere of handiger route naar het eindpunt van de dag zoals gister. Halverwege is er nog wel een escape naar het dal mocht dat nodig zijn. We moeten echt met alles rekening houden vandaag.
Het eerste uur gaat geleidelijk omhoog via een höhenweg, met wel een steil stuk rechts naar beneden, dus op het pad blijven! Dan komen de kabels en trappetjes, super handig want anders is dit niet te doen. Na twee uur ontvouwt het volgende dal zich, de Kaunergrathùtte is heel in de verte zichtbaar. Totaal ander dal dan de vorige; weidser en met een indrukwekkende backdrop voor de digitale fotocamera van Gijs, toch ook weer heel mooi.
Omdat de Cottbuser Höhenweg (nr 926) verderop is afgezet, volgen we de omleiding naar beneden. Met een tè vers aangelegd pad, met heel veel stronken en wortels van struikjes. Wout zegt nog tegen Erik: ‘Dit zijn de struikjes waar jaren geleden de eerste ‘Angelootjes’ zijn ontstaan. Ik houd mijn hart vast voor straks.’ Binnen enkele minuten maakt Erik zélf een Angelootje (in voorwaartse variant) waarbij de val gebroken wordt door één van zijn stokken, die ook zelf bijna breekt en niet meer recht te buigen is. Hoe hard Gijs en Erik er ook aan buigen en trekken.
Terwijl Erik opkrabbelt, zien we hogerop Angelo inderdaad ‘live’ een Angelootje maken: hij valt in de struikjes en kan er zelf gelukkig om lachen. Uit opluchting. We horen even later dat dit al zijn derde val was. Hmmmm, da’s toch niet zo best. Gelukkig waren de valpartijen uitsluitend met wat schrammen.
Na een korte lunch op het laagste punt bij de beek (2100m) begint onze tocht omhoog met de hut (op 2817m) vrijwel constant als stip op de horizon. Dat helpt, je weet waar je het voor doet als ’t even tegen zit. En dat zit het. De benen zijn moe. Het tempo gaat eruit. Het aantal stops neemt toe. Maar we halen het allemaal binnen de 5 uur die vanochtend op ons netvlies stond. De uitzichten tegen het einde van de dagtocht worden steeds mooier en slepen ons erdoor. Een smal slingerpad op de voormalige zijmorenen van de verdwenen gletsjer vormt een mooie apotheose vlak voor de hut.
De Kaunergrathütte, die grappig genoeg 43 meter is gedaald na een hermeting na zijn 100 jarig jubileum in 2003, is ook al zo strak georganiseerd. Het strakst van allemaal waarschijnlijk. Hein en Erik en Lukas die als eerste boven zijn, krijgen het allemaal te horen. Niet met sokken in de gang op straffe van schoonmaken, slippers verplicht. Alleen de bedden gebruiken die we toebedeeld hebben (Lager 13, 1-7) anders betaal je de andere ook. Half 7 eten én 5 min ervoor alvast aanwezig zijn. Erg strak georganiseerd hoor, maar voelt daardoor wel ietsjes minder gezellig. Net als de bediening die alleen maar geïnteresseerd is in de bestelling en het turven van het kaartje (alweer het 3e systeem deze GA). Toen de pen het even niet deed omdat de kaart volgeturft wordt, en Gijs zei: ‘das haben wie immer’ kon er eindelijk een lachje af bij de vrouw die ons bedient.
De goulash suppe, Weizener en bouillon smaken goed en de apfeltopf maakt Hein gelukkig.
Na een kort dutje duiken we in het avondhuttenritueel.
De spreuk van vandaag is volgens Erik ‘Genieten door Afzien’. Als afzien genieten wordt, genieten we van het afzien. Of zoiets. Erik heeft een paar varianten. Duidelijk is dat we het allebei doen, zoals de statuten dat ons ook voorschrijven.
Om 18.30 uur eten we wat de pot schaft. Maar da’s absoluut geen straf: heerlijke schnitzels (2 pp) met aardappeltjes, helaas geen groente, maar wel een overheerlijk dessert met nougat en chocolade.
We discussiëren over de toekomst van de GA. Hoe lang gaan we nog door? Tja, wie zal het zeggen. Zolang het gaat? Zolang we een aantal deelnemers hebben die mee wil en kan? Zolang we alternatieve routes naar hut of dal kunnen organiseren waardoor iedereen mee kan? Zolang het aantal Angelootjes beperkt blijft tot nul of tot een enkele? We stellen het antwoord nog maar even uit. Het is toch wel een pijnlijke vraag.
Ook de helmplicht komt op tafel: moeten we niet altijd helmpjes meenemen, nu er meer steenslag komt? Gisteren waren die ook handig geweest bij de handen en voeten bergafdaling van Lukas, Gijs en Wout. Er was geen steenslag maar die had er kunnen zijn. Eerder hoorde we ook steenslag vlak achter ons. Het bestuur is eensgezind: Een helmplicht komt er niet. Maar het staat iedereen vrij om spullen mee te nemen.
Is een touw dan ook niet wenselijk, voor het geval dat? Een touw meenemen (2x30m) en dan ook gordels en evt. stijgijzers als er gletsjeroversteken of sneeuw- en ijsvelden in de route zijn. Of die juist gaan vermijden, want dan wordt het wel meer dan een gewone bergwandeling (niveau T4 ipv T3).
Of… moet degenen uit de groep het bepalen die het meest recent een bergsport cursus gedaan heeft? Volgens Gijs is dat de regel in Oostenrijk althans, omdat die persoon eindverantwoordelijk is voor de groep, dus daar ook wel zeggenschap over heeft. Nou, lekkere verantwoordelijkheid Wout:-/, die met een NKBV C1 cursus in 2015 op zak de laatste is die een bergsport cursus heeft gedaan.
Oef, wat een lastige kwesties allemaal voor deze avond…we laten het nog maar even bezinken. We hebben nog een jaar tot de volgende GA, die naar Pyreneeẽn, of naar de Bishorn of naar Frankrijk gaat. Ook dat schuiven we nog maar even vooruit, nu er niet spontaan een organisator voor 2026 opstaat na al deze bespiegelingen. Het is duidelijk dat het bespiegelen ons veel beter af gaat dan het besluiten nemen – dat doen we wel weer als we thuis zijn.
Na het eten spelen we nog één keer uno. Het was weer hilarisch, met veel uno’s en uitruilkaarten en doordraaikaarten. Gijs deed weer en poging om te winnen, wat hem toch nog 1 keer lukte. Hoewel Angelo steeds te laat was met reageren op de 5, weerhield het hem er niet van om meerdere keren te winnen.
Gijs moet uiterlijk betalen voor half 10. Hij loopt op een gast af die we al 3x eerder hebben gezien in andere hutten om te betalen. Hij wordt lachend naar de huttenstaf verwezen. Ook vanavond loopt de rekening op tot 100 euro, inmiddels de standaard deze GA.
Dag 4. 8 september. Kaunergrathütte 2817m – Mandarfen 1504m.
Vroeg op voor de laatste dag. 630u wekker en 7u aan t ontbijt. 730u vertrek wordt op verzoek nog even opgerekt. Door gesprekken met de groep Duitstalige dames (met een Middelburgse) van wie eentje ook nog een groepsfoto van ons maakt, wordt ‘t vertrek nog een beetje uitgesteld tot 750u. Aan de Middelburgse doen we nog een poging uit te leggen waar VVVWW voor staat. ‘Ah, net als wij dus’ zei ze lachend, doelende op de partners die thuis gelaten zijn. Ze noteert de website voor toekomstige inspiratie voor hun tochten.
Dan gaan we toch echt op pad. Het vooruitzicht om uiteindelijk netto 1600 meter te dalen houdt de gemoederen bezig. We moeten wel gesloopt beneden komen, dat kan toch niet anders? Maar eerst gaan we omhoog naar de Steinbockjoch, terwijl we over onze schouders kijken naar een indrukwekkend beeld van een piepkleine hut in een immens landschap. Al snel hebben we weer hulpmiddelen in de vorm van kabels, waardoor het allemaal best soepel doorloopt. Van onderen zien de stukken met kabels er indrukwekkend uit, maar het lopen gaat redelijk soepeltjes. We zijn inmiddels ook wel wat gewend.
De aanblik op een mooi bergmeertje tegen een immens berglandschap verwondert. Wat is het hier mooi!
Een vader en dochter vragen of ze met ons op sleeptouw mogen, want ze zijn niet zo ervaren. Een klim naar 3000m raden we toch maar af, kijkend naar dochterlief met knikkende knieën en beteuterd gezicht. Het is vooral vader die dit wil, voor de Insta van z’n dochter denk ik, maar zij durft het niet. Ze besluiten er maar van af te zien en met ons mee naar beneden te gaan op een wat lastiger stuk.
Wout gaat even verderop voor het eerste onderuit op de blokken, waar hij normaal probleemloos overheen danst. Hij is toch niet zo gewend om met stokken te lopen en blijft haken. Gelukkig geen schade, alleen een gespje van de rugzak afgebroken. Zijn pet beschermde net zijn hoofd in een zachte, vertraagd aanvoelende zijwaartse val op een blok. De hele onderarm, zo zal later blijken, zal een flinke blauwe plek worden.
Na nog wat kabels en nog een mooi bergmeer komen we echt op de scharte met een houten schuilhuisje, met alweer een schitterend uitzicht. Daarna is het echt alleen nog omlaag. De aanblik van de azuurblauwe Mittelberglesee is prachtig en fotogeniek. Hier hoef je niet voor naar Canada. Reden voor een micropauze. Is hier een vulkaan ontploft? Zo lijkt het, aan alle opgestuwde lavastromen en de vulkaankegel te zien.
De verdere afdaling blijft mooi, al valt de afwezigheid van dieren op: geen Alpenmarmotten, geen kraaien, geen andere vogels. Wel een piepklein hermelijntje. En een rode mierenhoop die Gijs meteen moet vastleggen met de macrolens van zijn nieuwe camera. Het levert een spectaculair beeld op van een rode mier als monster.
We eindigen de tocht in het Trenkwald, een mooi naaldbos met sprookjesachtige bochtige paadjes, met wel erg veel wortels, dus ja, inderdaad…
Precies 5 uur na vertrek komen we bij de bushalte aan volgens plan. Erik en Lukas zijn al vertrokken met Plan 4B: ipv tien minuten met de bus, een uur verder lopend het dal in naar de auto’s. Precies volgens het voorspellende hilarische verslag dat Erik enkele weken vóór de GA al gemaakt had. Ook deze variant van het laatste stuk in het dal (te voet of met de bus) op dag 4 was al beschreven en in de GPSen ingepland. Dat het volgens Eriks verslag bijna elke dag zou regenen is gelukkig niet uitgekomen.
Angelo wacht nog op de bus van kwart voor één. Wout en Jan besluiten ook nog een uur te lopen, terwijl Gijs en Hein de bus pakken van 1315u. De lopers ervaren nog een mooie uitloopwandeling door het dal, met een mooie beek en schotse hooglanders. Erik besluit het laatste stukje maar door de beek te lopen omdat de brug te ver is.
Om 14.15 uur komen Jan en Wout ook aan in Mandarfen. Jan ziet zijn eigen auto niet meer op de parkeerplaats staan, een vreemde aanblik die heel even doet denken aan de ontvreemding van Olivers auto op een gemeentewerf in Luxemburg, tot Jan beseft dat hij de sleutel had meegegeven aan Gijs die de bus heeft gepakt. Jan’s auto staat inderdaad bij het hotel Garni Rifflesee. We checken in, in het verder lege hotel, waar we zelf de sleutels kunnen pakken en alleen een briefje hoeven in te vullen.
We frissen ons wat op in onze heerlijke ruime hotelkamers met goddelijke douche (de eerste in 5 dagen), trakteren onszelf op een Weizen uit de koelkast in de lounge (alleen even afstrepen op kamernummer) en gaan na het opfrissen borrelen en eten bij bar restaurant Siglu, waar we ook (bijna) de enige gasten zijn. We evalueren kort de tocht: heel mooi, erg afwisselend, goed voorbereid en wel pittiger dan anders, met sneeuw als mooie bonus. We filosoferen vast over volgend jaar: toch eens een 4000er pakken, de Bishorn bijvoorbeeld, die Wout en Lukas al eens gedaan hebben? Met touw en gordels en pickel. Of misschien alleen voor liefhebbers een keer een aparte gletsjertocht? En het jaar daarna de GA nummer 30 naar de Pyreneën? Het komt ook nu niet tot een besluit, maar het idee is in de week gelegd.
We gaan er vroeg in. De receptie is zowaar bemand. We kletsen wat met de receptionist en hoeven de toeristenbelasting niet te betalen, als tegemoetkoming dat we wel gewoon extra betalen voor nummer 8 (Roger), die er niet is. Da’s toch aardig.
Dag 5. 9 september. Terugreis naar Duitsland, Luxemburg, België en Nederland
De wekker gaat om 6.30 uur, we ontwaken na een heerlijk bed en genieten nog maar een keer van de heerlijke douche. Het ontbijt was erg goed, met scrambled eggs & bacon, verse broodjes en eieren en fruit en te veel lekkers om op te noemen. We blijken wel de enige in het hotel te zijn, maar dat ligt aan het tussenseizoen volgens de man achter de receptie, die ons ook van verse koffie voorziet.
Tegen achten nemen we afscheid van elkaar, omdat de auto’s vanaf hier twee kanten opgaan.
Epiloog
Het was weer een super mooie GA. Met de hoogste berghutovernachting (Kaunergrathùtte, 2817m) sinds de oprichting van de VVVWW. En met hoogstwaarschijnlijk ook het hoogste punt (3228m Wurmtalerkopf) van alle GA’s. Met slechts 1 splitsingsdag in twee groepen (dag 2 van Taschachhaus naar Riffleseehutte). Met ruige vergezichten op ‘Das Dach Tirols’ en afwisselende wandeldagen van over het algemeen goede lengtes. Met meer en langere kabels dan op andere GA’s. En wéér met mooi en stabiel weer, bijna elke dag gemiddeld 15 – 18 graden en zonnig. Met uitzondering van dé bonus van deze GA: de sneeuw op Dag 1 die ineens kwam in een twee uur durende sneeuwbui, die bleef liggen tot de volgende dag in de middag en onze omgeving voor 24 uur veranderde in een wonderlijke witte wereld.
We hebben weer honderden foto’s om van na te genieten en verhalen om na te vertellen. Het was niet altijd makkelijk en soms leek het zelfs onmogelijk maar we hebben doorgezet, afgezien en (dus) genoten. Iedereen is weer gezond, veilig en gelukkig in het dal terug en dat blijft toch altijd het hoofddoel van elke tocht. Het was genieten van het afzien en we hebben al helemaal niet afgezien van het genieten, we kijken wel uit!;-)
©Wout Ritzema – september 2025